baby


Wiegendood
Het begrip wiegendood, ook wel 'Sudden Infant Death Syndrome' (SIDS), betekent een plotselinge en onvoorziene dood van een ogenschijnlijk gezond kind. Over de oorzaken van wiegendood is nog veel onduidelijk, maar door onderzoek is veel geleerd over de omstandigheden waaronder wiegendood zich voordoet. Dat heeft een aantal risicofactoren in kaart gebracht. Sommige daarvan zijn niet te beïnvloeden, maar vele wel.

Bij niet of moeilijk te beïnvloeden factoren kun je bijvoorbeeld denken aan: het mannelijke geslacht, vroeggeboorte, laag geboortegewicht, meerlingen of jeugdig moederschap. Dingen die je wel kunt beïnvloeden zijn: buikligging, warmtestuwing, onveilig bedmateriaal, roken, geneesmiddelen en flesvoeding. Voor een volledig overzicht van risicofactoren verwijzen we je naar de website van Stichting Wiegendood. Hier kun je tevens uitgebreide informatie vinden over onder meer onderzoek, preventie en (on)veilige producten.

Rugslapen
Sinds in Nederland in oktober 1987 de buikligging van baby's op landelijke schaal wordt afgeraden, is het aantal wiegendoodgevallen sterk afgenomen. Bij het op de buik slapen kunnen de volgende vier complicaties optreden:
  • In buikligging kunnen neus en mond tegen de onderlaag aan komen te liggen, waardoor uitgeademde lucht min of meer wordt vastgehouden en deels weer wordt ingeademd (rebreathing).
  • Op de buik heeft het kind een grotere mobiliteit. Met de benen of armen kan het zich afzetten en verplaatsen: de jongere zuigelingen vooral naar het hoofdeinde (hoofdbeschermers of andere kussenachtige materialen kunnen dan een gevaar vormen) de oudere zuigelingen naar het voeteneinde, waardoor ze onder het beddengoed kunnen raken.
  • De afgifte van warmte is in buikligging kleiner doordat het contactoppervlak van het lichaam met het matras groter is. Hierdoor kan een baby het te warm krijgen.
  • In buikligging is de druk op de neus en de onderkaak groter doordat het kind met zijn gezicht tegen een onderlaag of zijkant aanligt. De neus vervormt en is minder toegankelijk voor lucht, waardoor er ademnood kan optreden.
Het beste is om je baby vanaf de geboorte altijd in rugligging te slapen te leggen want dat is het veiligst. Uit zijligging rolt je kind namelijk al na een paar weken gemakkelijk op de buik.

Ouders zijn soms bang dat hun kind bij rugligging stikt in zijn eigen slijm of voedsel, en leggen het daarom liever op de zij. Er is echter geen enkel onderzoek bekend waaruit blijkt dat het risico daarop groter is bij rugligging dan bij zij- en buikligging. Nota bene zijn er geen kinderen meer gestorven doordat ze in hun eigen slijm waren gestikt, sinds het advies voor rugligging wordt gegeven.

Vanaf een maand of 3 zijn kinderen in staat van de rug naar de buik de draaien, dit heet secundaire buikligging. Door meer toezicht te houden, kan dit worden voorkomen. Bij eventuele buikligging kan je kind weer op de rug worden gedraaid. Daarnaast maakt het gebruik van een babyslaapzak het draaien moeilijker. Wanneer je kind overdag wakker is, kun je hem onder jou toezicht op zijn buik leggen om de motoriek te oefenen. Als je kind zichzelf vlot op zijn buik en rug kan draaien kan je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen.

Roken
Er is een duidelijk verband tussen roken en wiegendood. Met name het actief roken van de moeder tijdens en na de zwangerschap verhoogt het risico van wiegendood, maar ook passief meeroken verhoogt het risico. Hoe meer sigaretten worden gerookt, des te groter het risico op wiegendood.

Roken tijdens de zwangerschap heeft een ongunstige invloed op de zuurstofvoorziening, groei en vermoedelijk ook longfuncties van je kind. Na de geboorte kan het opgroeien in een rokerige omgeving de groei en werking van de longen nadelig beïnvloeden. Het verkleint de opname van zuurstof en het maakt je kind vatbaarder voor ontstekingen van de luchtwegen.

Het beste is niet te roken in aanwezigheid van je kind. Wanneer je niet wilt stoppen met roken, of het lukt je niet, zorg dan dat in ieder geval de kamer waar je kind slaapt rookvrij is en rook alleen buiten. Zo heeft je kind er het minste last van. Bedenk goed dat je kind ook passief meerookt als je als rokende ouder (borst)voeding geeft of je kind bij je in bed neemt om samen te slapen.

Borstvoeding
Borstvoeding gedurende minstens drie maanden kan het risico op wiegendood verminderen, zo blijkt uit onderzoek. Over het waarom is echter nog geen duidelijkheid bereikt. De volgende drie veronderstellingen kunnen mogelijk verklaren waarom borstvoeding een positieve invloed heeft op het risico voor wiegendood:
  • de aanwezigheid van antilichamen in de moedermelk
  • door de zuigmethode bij borstvoeding worden de spieren van de mond en kaak beter ontwikkeld dan bij flesvoeding
  • tijdens borstvoeding moet het kind de nekspieren meer gebruiken, waardoor kinderen mogelijk het hoofd sneller kunnen draaien bij eventuele secundaire buikligging.
Ook de fopspeen zou het risico op wiegendood verminderen. Harde bewijzen ontbreken hier echter voor. Mogelijk kunnen de volgende factoren een rol spelen:
  • Een kind met fopspeen ligt minder snel met neus en mond op de onderlaag. Het leert vlotter het hoofdje te draaien naar de zijkant, omdat de speen anders in het gezicht drukt.
  • Het zuigen stimuleert de spierontwikkeling in mond en kaak. De tong komt hierdoor meer naar voren te staan, wat de luchtwegen vrij houdt.
  • Met een fopspeen ademt een kind door de neus. Het zal daardoor minder snel onder het beddengoed raken, omdat het de neus wil vrijhouden.
  • Kinderen met een fopspeen draaien minder in bed.
Wanneer je borstvoeding geeft, is het verstandig je kind de eerste 4 weken geen fopspeen te geven, maar pas als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Zo voorkom je mogelijke tepel - speenverwarring. Bouw het gebruik van een fopspeen na tien maanden af.

Geneesmiddelen
Er zijn aanwijzingen dat kalmerende geneesmiddelen een rol spelen bij wiegendood. Het gaat hier om geneesmiddelen als promethazine, alimemazine en oxomemazine. De kalmerende stoffen kunnen je kind te diep laten slapen, wat nadelige gevolgen heeft voor de ademhaling.

Ook moeders die borstvoeding geven, moeten deze medicijnen mijden. Ouders moeten altijd overleggen met hun huisarts als ze overwegen om deze medicijnen te gebruiken.
 

Babynamen top 10


1.   Daan                  1.   Sophie
2.   Tim                     2.   Lieke
3.   Jayden               3.   Julia

De Nederlandse babynamen top 10 >

Zwanger rakenzwangerbevallenbabypapa regelt