12 adviezen om jouw kind veilig te laten slapen:

1. Leg jouw baby op de rug te slapen
Dit is de veiligste slaaphouding. Je baby ligt zo met het gezicht vrij. Vanaf het moment dat je baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen. Een scheefvormig hoofd voorkom je door je baby afwisselend met het hoofd naar links en naar rechts neer te leggen. Leg je baby regelmatig op zijn buik, als hij wakker is. Dit om de nekspieren te trainen. Blijf daar dan wel bij.

2. Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak of een deken met laken
Kinderen die jonger dan 2 jaar zijn slapen het veiligst in een babyslaapzak of onder een deken met een lakentje.
De pluspunten van een babyslaapzak zijn:
- Jouw kind kan niet met het hoofd onder het beddengoed terecht komen
- Omrollen van rug naar buik gaat minder makkelijk
- Jouw kind kan zich niet bloot woelen
- Jouw kind kan moeilijker uit bed klimmen
Slaapt jouw baby zonder slaapzak, maak het ledikant stevig en kort op. Lees meer over ledikant / wieg opmaken> 

3. Gebruik de eerste twee jaar geen dekbed
Dit is te warm voor jouw baby. Bovendien kan een iets ouder kind zich gemakkelijk onder of in het losliggend beddengoed wurmen. Dit kan de ademhaling belemmeren. Je kunt wel een deken in een dekbedhoes gebruiken, maar dan moet de deken even groot zijn als de hoes. De dekbedhoes moet groot genoeg zijn, zodat je deze aan de onder- en zijkanten minimaal 10 cm onder het matras kan instoppen. Zorg dat de hoes goed sluit.

4. Leg jouw baby te slapen in een wieg of ledikant
Dit is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar dicht bij jouw eigen bed. Dit is praktisch omdat je 's nachts vaak jouw bed uit moet voor jouw kind en het geeft jou ook meer rust om te horen dat een kuch slechts een hoest is en geen ademshalingsprobleem. Houdt ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Slaap niet met je baby bij je in bed zo lang hij jonger is dan vier maanden. Je baby kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aangedrukt raken. Bovendien kun je tijdens jouw slaap op de baby rollen. Het risico neemt toe als je hebt gerookt of gedronken, medicijnen of drugs hebt gebruikt of wanneer je erg vermoeid of gestrest bent.

5. Zorg dat je baby het niet te warm heeft
Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Als u wilt controleren of uw slapende baby het niet te warm heeft, voel dan aan het nekje. Meer zekerheid nog geven de voetjes. Voelen die lauw aan, dan heeft de baby het aangenaam. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen 16°C -18°C is. Dek je kind bij koorts minder warm toe dan je gewoonlijk doet.

6. Houd je baby vrij van rook
Dit geldt niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als je ergens anders op bezoek bent.
Ventileer regelmatig de kamer waar je kind slaapt, ook als je niet rookt.

7. Maak de omgeving veilig
Zet een wieg of bedje niet in de buurt van (gordijn)koorden en snoeren. Als het pas geboren is, lijkt dit geen kwaad te kunnen. Echter, een ledikant krijgt vaak een vaste plek en voor je het weet is de kleine groter en handig genoeg om tussen de spijlen van het ledikant te grijpen. Hang een mobiel buiten bereik van je kind.

8. Zorg voor een veilig bed
Gebruik een wieg of ledikant, waarvan de zijwanden luchtdoorlatend zijn. De spijlafstand moet tussen de 4,5 en 6,5 cm zijn. Kies een stevig en goed passend matras. Gebruik geen zacht of afsluitend beddengoed zoals hoofdbeschermer, kussen, kussenachtige knuffels, zeiltje en waterbed. Het kan de ademhaling belemmeren.

9. Leg je kind nooit vast in bed
Niet binnen de eerste weken, maar voor je het weet kan jouw baby zich ineens omrollen. Mocht een baby dan vastgelegd zijn in bed, dan kan het zich vastdraaien en stikken. Probeert jouw kind uit het ledikant te klimmen? Een slaapzak wil dit proces wel eens stoppen. Haal anders, zo mogelijk, de spijlen uit de ledikant of schaf een laag kinderbed aan. Je kan eventueel voor een zachte ondergrond zorgen, voor het geval jouw kind uit bed valt.

10. Geef je baby geen geneesmiddelen met slaapverwekkende werking
Dit geldt ook voor de moeder zo lang zij borstvoeding geeft. Wees altijd voorzichtig met medicijnen voor baby’s.

11. Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat
Stel jouw baby niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme .

12. Geef je baby bij voorkeur borstvoeding
Het is aangetoont dat borstvoeding het risico op wiegendood verlaagt. Ook een fopspeen bij het inslapen helpt. Krijgt jouw baby borstvoeding, gebruik dan alleen een fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Bij flesvoeding kan je wel meteen een fopspeen geven.