De verloskundige zal jouw kind direct bij de moeder aanleggen, zodra het geboren is als je aangeeft dat jullie voor borstvoeding hebben gekozen. Hoe langer met het aanleggen gewacht wordt, hoe moeilijker het voor jouw baby wordt om een tepel te accepteren.

Baby aan de borst leggen

Bij het aanleggen van een baby is het belangrijk dat de tepel goed in de mond komt. Beide lipjes moeten naar buiten gekruld zijn en de borst goed omsluiten. Hierbij dient (een deel) van de tepelhof goed in de mond van de baby te komen om goed te kunnen drinken. Dit verminderd tevens de kans op tepelkloven. Het is het beste om de buik van de baby tegen de moeder aan te hebben liggen. Vermijdt dus dat de kleine op zijn/ haar rug in de armen ligt en hierbij het hoofd een kwartslag over de schouder heeft gedraaid. Dit maakt het slikken voor de baby lastig en kan ervoor zorgen dat de baby onrustig gaat drinken. Zorg tijdens het drinken er altijd voor dat de baby vrij kan ademen. Houdt zo nodig de borst met wat vingers weg van de neus. Een verkouden baby kan moeilijk drinken. Vraag aan de huisarts om neusdruppels en gebruik die voor het voeden.

Een baby geeft zelf aan wanneer het genoeg heeft. De zuigkracht van een baby is enorm. Wanneer je de baby van de borst af wilt halen, dient eerst de zuigkracht verminderd te worden. Doe dit door of op de kin van jouw kind te drukken of door een pink in een mondhoekje te duwen.