Een bevalling wordt medisch gezien, opgedeeld in drie fases; ontsluiting; uitdrijving en nageboorte. De eeste fase is de ontsluiting. Hierbij stelt de baarmoederhals zich langzaam geheel open. De baarmoederhals is de gang tussen de buitenwereld en de baarmoeder waar de baby verblijft. Tijdens de zwangerschap is de baarmoederhals in het bovenste gedeelte gesloten. Volledige ontsluiting Het onderste gedeelte van de baarmoeder dat grenst aan de baarmoederhals wordt het baarmoedersegment genoemd. Men spreekt van een volkomen of volledige ontsluiting als het baarmoedersegment en de vagina één geheel vormen. De opening die ontstaat, is bij volledige ontsluiting tien centimeter groot. Om tot volledige ontsluiting te komen is qua tijdsduur verschillend per bevalling. Er kan twee uur over heen gaan, maar kan ook pas bereikt worden na vierentwintig uur. De eerste centimeters ontsluiting gaan altijd langzaam. Dit duurt meestal uren. Daarna gaat het sneller. Om van bijvoorbeeld drie naar vier centimeter ontsluiting te gaan, kan net zo lang duren als van zeven naar tien centimeter te gaan. Gemiddeld duurt de ontsluitingsfase tien tot twaalf uur. Om tot volledige ontsluiting te komen, gaat over het algemeen bij een eerste bevalling meer tijd overheen dan bij een volgende bevalling. Het is niet noodzakelijk om tijdens de ontsluitingsperiode op bed te gaan liggen. Tenzij de verloskundige of arts dit heeft geadviseerd. Vliezen breken De baby zit in de baarmoeder negen maanden lang beschermd in een soort ballon gevuld met vruchtwater. Wanneer gesproken wordt over het breken van vliezen, wordt gedoeld op het kapot gaan van deze ballon. De vliezen zitten gehecht aan de baarmoedermond en dit is dan ook het punt waar de vliezen breken. Het kan dat de vliezen spontaan breken, nog voor volledige ontsluiting. Bij het merendeel van de vrouwen is dit echter niet het geval. De vliezen breken over het algemeen (bijna) aan het einde van de ontsluitingsperiode. Het kan zijn dat de vliezen niet willen breken of dat het beter is niet langer te wachten tot ze uit zichzelf breken. De verloskundige of gynaecoloog prikt de vliezen dan door. Dit wordt meestal gedaan met een soort haaknaald. Doordat dit tijdens een wee gebeurd, is dit nauwelijks tot niet voelbaar voor de kraamvrouw. Als de vliezen zijn gebroken, kan de baby uit de baarmoeder gedreven worden. Hiermee begint fase twee van de bevalling: de uitdrijving. Weeën
Indien de weeën nog niet echt aanwezig waren, zullen die na het doorprikken van de vliezen op gang komen. Meestal gaat het hele proces van ontsluiting gepaard met weeën. Als de weeën langer en heftiger worden en om de twee à drie minuten komen, begint er schot in de zaak te komen. Een flinke wee duurt ongeveer zestig seconden. Als stevige weeën al een poosje om de vier à vijf minuten komen, is het tijd om de verloskundige te bellen. Door samentrekking van de spieren, de weeën, wordt de baby beetje voor beetje naar buiten gedreven.
|