Rond week 3 heeft de bevruchting plaatsgevonden. Direct op het moment van de bevruchting wordt het geslacht van de baby vastgelegd. Het daadwerkelijk aanleggen van eierstokken of zaadballen vindt pas plaats in week 10 . Vanaf het moment dat een van de zaadcellen een eicel heeft bevrucht, begint een proces van celdeling. Ongeveer dertig uur na de bevruchting deelt de eicel zich in tweeën. Tien uur later delen deze identieke cellen zich weer in tweeën. Het is een voortdurende verdubbeling van cellen. Bij elke deling worden de cellen kleiner. Binnen drie dagen zijn er zestien cellen. Tijdens de celdeling beginnen de cellen al aan de reis via de eileider naar hun uiteindelijke bestemming: de baarmoeder. Op dag vier na de bevruchting arriveert het hoopje cellen op de eindbestemming. Het klompje cellen is inmiddels uitgegroeid tot een stevige ronde massa bestaande uit meer dan honderd cellen. Het lijkt op een kleine bes, bestaande uit twee lagen. De buitenste laag wordt de placenta, ook wel moederkoek genoemd. De binnenste laag de uiteindelijke baby. De eerste paar dagen zwemt dit besje vrij in de baarmoeder rond. Het wordt gevoed door klieren van de baarmoederwand die een soort melkachtige vloeistof afscheiden. Aan het eind van week drie gaat het besje zich aan de baarmoederwand hechten.
Lees verder in zwanger week 4 > < Terug naar zwanger week 2 Zwangerschap per week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
|